Elk cijfer is een bekentenis. Vooral wanneer het zich voordoet als neutraal. Neem dit getal: -32. Dat is waar het Nederlandse consumentenvertrouwen in juli op uitkwam. Beter dan de -36 van juni, maar nog steeds diep onder de waterlijn. En voor we dat te snel bestempelen als “minder slecht,” laten we doen wat weinigen durven: vragen waarom.
Want -32 is geen kale statistiek. Het is een signaal. Een flikkering in de collectieve psyche van huishoudens die hun weg zoeken door inflatie, verkiezingen, wereldwijde onrust, en de zeer persoonlijke spanning tussen “Kan ik?” en “Moet ik?”
Laten we dit cijfer doorlopen, niet eromheen stappen.
Consumentenvertrouwen herstelt niet. Het houdt de adem in.
De Nederlander klemt al sinds eind 2021 de kaken op elkaar, toen het optimisme maand na maand begon af te brokkelen. In september en oktober 2022 bereikte het sentiment een dieptepunt van -59, het laagste niveau sinds het CBS in 1986 begon met meten. En hoewel we sindsdien “verbeterd” zijn, we schommelen al anderhalf jaar tussen de -29 en -39, bevinden we ons nog altijd ver onder het twintigjarig gemiddelde van -10. Dat is geen schommeling. Dat is structurele voorzichtigheid.
Het julicijfer van -32 zegt: we zijn minder bang dan in juni. Maar we zijn nog steeds bang.
We rennen niet richting kansen, we trekken ons enkel iets langzamer terug.
Economisch klimaat: minder grijs, nog niet helder.
In juli ging de deelindicator voor het economisch klimaat van -58 naar -52. Zes punten ademruimte, vooral door iets minder negatieve oordelen over zowel het verleden als de toekomst van de macro-economie.
Maar vergis je niet: “minder negatief” is geen optimisme. Dit is een herijkte somberheid, van storm naar motregen. Een gevoel van “het ergste is misschien voorbij,” niet “het beste moet nog komen.”
En dat is cruciaal. Want vertrouwen weerspiegelt niet alleen de economie, het vormt haar. Consumentenvertrouwen is economische infrastructuur. Wanneer vertrouwen opdroogt, volgen investeringen, aankopen en toekomstplannen al snel.
Koopbereidheid: nog zwak, maar kruipt vooruit.
De meest menselijke indicator, koopbereidheid, ging van -21 naar -19. In gewone taal: mensen voelen zich iets minder slecht over hun financiële situatie en iets minder bang om grote uitgaven te doen.
Waarom? Mogelijk omdat de inflatie is afgekoeld, de arbeidsmarkt stabiel blijft en centrale banken voorlopig gestopt zijn met renteverhogingen. Maar ook hier geldt: dit is relatief. Geen herstel, maar een pauze.
Zie deze indicator als de hartslag van huishoudelijke ambitie. En die is momenteel zwak. Levend, ja. Maar verre van krachtig.
De emotionele logica van -32.
Laten we de cijfers even parkeren en eerlijk spreken.
Consumentenvertrouwen op -32 is geen economische mening. Het is een vertrouwenscrisis met vele gezichten:
- Het politieke gezicht, getekend door wankele coalities en verhitte debatten over herverdeling, migratie en soevereiniteit.
- Het economische gezicht, met littekens van inflatie, energieschokken en een woningmarkt die bezit beloont en aspiratie straft.
- Het digitale gezicht, waar AI tegelijk hoop en angst oproept, en velen zich afvragen hoe werk of regelgeving er morgen uit zullen zien.
- Het existentiële gezicht, waarin elke euro die vandaag wordt uitgegeven, het gewicht draagt van “Wat als?” morgen.
Dit cijfer vertelt ons dat de Nederlandse consument niet in paniek is. Ze wachten. Observeren. Behouden voorzichtig. Het is de houding van iemand die nog keuzes heeft, maar vreest dat die binnenkort zullen verdampen.
Wat ondernemers tussen de regels moeten lezen.
Als je een bedrijf leidt, zijn deze cijfers geen achtergrondruis, maar marktsentiment in beweging. En ze beïnvloeden:
- Je prijsstrategie: reken op terughoudendheid bij alles wat niet als “essentieel” wordt gezien.
- Je verkoopcyclus: langer, voorzichtiger, en meer gebaseerd op vertrouwen.
- Je communicatie: helderheid, transparantie en echte waarde winnen het van loze beloften.
- Je medewerkers: ook jouw team is consument, gevormd door hetzelfde nieuws, dezelfde angsten, dezelfde stemming.
Dit moment vraagt om strategische kalmte. Geen optimisme om het optimisme, maar voorbereiding gebaseerd op realisme.
Slotgedachte: vertrouwen is een publiek goed.
Vertrouwen, net als schone lucht of rechtvaardigheid, is iets dat we samen opbouwen. Overheid, bedrijfsleven, media en huishoudens. Het ontstaat niet alleen uit beleid en data, maar uit gedeeld verhaal. Mensen willen zich gezien voelen, niet aangesproken als consument. Ze willen geïnformeerd worden, niet betutteld.
En als we van -32 richting -10 willen, of beter, dan hebben we een nieuwe taal van vertrouwen nodig. Niet naïef. Niet utopisch. Maar moedig genoeg om ongemak te benoemen zonder wanhoop te voeden.
De cijfers fluisteren. Maar het is aan ons, als ondernemers, leiders en burgers, om luid te luisteren.
Co-Creator of Xtroverso | Head of Global GRC @ Zentriq
Paolo Maria Pavan is de structurele geest achter Xtroverso, waarbij hij compliance-kennis mengt met ondernemerschap. Hij observeert markten niet als een handelaar, maar als een lezer van patronen, die gedragingen, risico's en vervormingen volgt om ethische transformatie te begeleiden. Zijn werk daagt conventies uit en herdefinieert governance als een kracht voor helderheid, vertrouwen en evolutie.