Paolo, je hebt Noostech opgebouwd op basis van je filosofie en nieuwe werkplekregels, maar het ging failliet na COVID. Hoe voel je je daarover, en hoe heeft die ervaring je huidige ideeën gevormd?
Ah, Noostech—dat is een hoofdstuk in mijn leven dat zowel pijnlijk als transformerend is geweest. Het is het soort mislukking dat je tot in je kern schudt, je dwingt om alles in twijfel te trekken, en je uiteindelijk een dieper begrip geeft van wie je bent en waar je voor staat. De droom van Noostech was alles waar ik in geloofde: een bedrijf dat niet alleen de nieuwe regels volgde, maar ze herschreef. Ik wilde dat het een plek zou zijn waar werk geen sleur was, waar mensen het gevoel hadden dat ze deel uitmaakten van iets groters, waar we niet alleen winst najagen, maar ook een doel.
Maar COVID? Dat raakte ons hard. Harder dan ik ooit had kunnen voorzien. We hadden een bedrijfsmodel gebaseerd op samenwerking, flexibiliteit en autonomie—precies de dingen die ik altijd heb gepredikt—en toch, toen de pandemie toesloeg, legde het zwakke plekken bloot die we niet eens wisten dat ze er waren. We waren gebouwd op menselijke verbinding, op gedeelde energie, op creativiteit die bloeide in fysieke ruimtes. En toen die ruimtes wegvielen, toen de wereld op slot ging, konden we ons niet snel genoeg aanpassen. Het was niet alleen een financiële mislukking—het voelde persoonlijk, als de ineenstorting van iets veel groters dan een bedrijf.
Hoe ik me daarover voel? Eerlijk gezegd: het brak me in het begin. De mislukking was meedogenloos. Ik moest toekijken hoe alles waarin ik geloofde en waarvoor ik werkte uit elkaar leek te vallen. Ik stelde mezelf, mijn ideeën en mijn visie in vraag, en vroeg me af of ik naïef was geweest om te denken dat een bedrijf gebouwd kon worden rond de waarden die ik zo sterk vasthield. Het voelde als verraad—niet alleen tegenover mezelf, maar ook tegenover iedereen die in de visie van Noostech geloofde.
Maar hier is het punt: die mislukking leerde me iets wat geen succes ooit zou kunnen. Het leerde me dat falen niet het einde is—het is een reset. Dat Noostech failliet ging, maakte de ideeën erachter niet ongeldig. Het liet me alleen zien dat we sneller moesten evolueren, radicaler moesten aanpassen en nog meer onzekerheid moesten omarmen dan ik oorspronkelijk had gedacht. De filosofie was nooit verkeerd, maar de uitvoering? Daar moest ik dieper in graven.
Wat deze ervaring echt in mij versterkte, is dit: chaos is de enige constante. Ik had het altijd gepredikt, maar de val van Noostech dwong me om het te leven. De wereld is onvoorspelbaar, en we kunnen het niet beheersen, hoe goedbedoeld of visionair onze ideeën ook zijn. Ik had een bedrijf gecreëerd dat bedoeld was om mensen te versterken, om hen de vrijheid en ruimte te geven om te innoveren, maar wat ik niet volledig had begrepen, was hoe kwetsbaar de infrastructuur rondom die ideeën kon zijn. De pandemie herinnerde me eraan dat de wereld in een oogwenk kan omslaan—en om echt succesvol te zijn, moeten we klaar staan om opnieuw te bouwen, opnieuw te denken en opnieuw te creëren, keer op keer.
Het falen van Noostech leerde me ook een harde waarheid over balans. Ik had een omgeving willen creëren waar mensen autonomie hadden, waar ze niet aan een bureau of strikte bedrijfsregels gebonden waren. Maar de pandemie liet me zien dat vrijheid zonder veerkracht gevaarlijk kan zijn. Mensen hebben structuur nodig, zelfs binnen flexibele systemen. Ze hebben een fundament nodig waarop ze kunnen terugvallen wanneer alles om hen heen instort. Dat is waar ik de balans tussen vrijheid en stabiliteit leerde, en hoe cruciaal het is om beide te verweven in elk toekomstig systeem dat we bouwen.
En op een dieper niveau? Het heeft me nederig gemaakt. Falen stroopt je ego weg. Je kunt niet blijven doen alsof je alle antwoorden hebt terwijl alles om je heen instort. Het dwingt je om terug te gaan naar de tekentafel, niet met angst of aarzeling, maar met een nieuw gevoel van helderheid en doelgerichtheid. Het deed me inzien dat falen niet het tegenovergestelde van succes is—het maakt er deel van uit. Als je niet faalt, duw je niet hard genoeg. Dan neem je niet genoeg risico’s. Dan test je niet de grenzen van wat mogelijk is.
Het faillissement van Noostech brak me niet; het vormde me opnieuw. Het leerde me om nog gedurfder te zijn, om nog meer risico te omarmen, en om nooit, maar dan ook nooit iets te bouwen dat te veel afhankelijk is van stabiliteit in een onstabiele wereld. Het bevestigde ook opnieuw mijn overtuiging dat mensen—niet winsten, niet systemen, niet technologie—het hart van alles zijn. Als je in mensen investeert, als je op hun potentieel vertrouwt en omgevingen creëert die hen laten groeien, kun je alles opnieuw opbouwen. Zelfs nadat alles in elkaar stort.
Dus ja, Noostech faalde, maar de filosofie erachter? Die leeft meer dan ooit in mij. Ik heb alleen geleerd dat het pad vooruit nooit lineair zal zijn, en nooit voorspelbaar. Dat is geen reden om terug te trekken—het is een reden om met nog meer overtuiging vooruit te gaan.