Elk kwartaal presenteert het CBS zijn cijfers. We zien percentages, decimalen, keurige kolommen: “omzet 0,7 procent gedaald, afzetprijzen industrie 0,6 procent lager.” Een kleine verschuiving, bijna cosmetisch, tot je uitzoomt. Achter elk getal schuilt zweet, risico en veerkracht. Achter elke decimaal staat een ondernemer die zich afvraagt of hij moet aannemen, uitbreiden of juist terugschakelen.
Laten we dus het verhaal achter de cijfers lezen, niet alleen de cijfers zelf.
De fragiele dans tussen binnenland en buitenland
De data toont een daling van 1,9 procent in de binnenlandse omzet tegenover een minieme stijging van 0,1 procent in het buitenland. Op het eerste gezicht triviaal. Maar dit verschil is de polsslag van de Nederlandse economie:
- Binnenlandse vraag krimpt: huishoudens en lokale bedrijven zijn voorzichtig, stellen orders uit, schalen terug.
- Buitenlandse vraag blijft stabiel: misschien een teken dat de Nederlandse industrie in het buitenland nog steeds op reputatie en kwaliteit kan bouwen.
Voor de micro- of kleine ondernemer is dit dubbele beeld gevaarlijk. De thuismarkt voelt kouder, terwijl buitenlandse kansen broos zijn, nooit gegarandeerd. Export vraagt schaal, compliance en cashflow, luxe die de meeste kleine bedrijven niet van de ene op de andere dag kunnen vrijmaken.
Winnaars en verliezers onder de oppervlakte
Achter de gemiddelden schuilt een harde realiteit: sectoren bewegen niet gelijk.
-
Voeding & Dranken: +7,5% omzet
Hogere prijzen (+4,1%) verklaren een deel, maar dit laat vooral zien dat mensen moeten eten, ook in moeilijke tijden. Vraag naar basisproducten is taai. -
Elektrotechniek & Machines: +3,9%
Bewijs dat technologie en industriële machines ankers blijven van de Nederlandse concurrentiekracht. -
Raffinaderijen & Chemie: -12,1%
De petroleumprijzen daalden met bijna 20 procent en rukten de marges kapot. Voor kleine toeleveranciers die aan deze giganten vastzitten, voelt het als geboeid zijn aan een zinkend schip.
Dit verschil is cruciaal. Een microbedrijf dat metalen onderdelen levert aan de chemie leeft in een compleet andere realiteit dan de bakker die supermarkten bevoorraadt.
Winstgevendheid: veertien kwartalen bloeden
Al 14 opeenvolgende kwartalen melden meer producenten een dalende winstgevendheid dan een stijgende. Dat is drieënhalf jaar, een hele ondernemerscyclus. Stel je een marathon voor waarin elke kilometer bergop gaat en de finish telkens verschuift.
Nog erger: deze erosie conditioneert gedrag. Ondernemers schrappen innovaties, stellen digitalisering uit, draaien hun machines een jaar te lang door. Met andere woorden: overleven vervangt ambitie.
Faillissementen: lager aantal, maar geen reden tot feest
Ja, faillissementen daalden: 74 in Q2 2025 tegen 87 een jaar eerder. Goed nieuws? Niet helemaal. Faillissement is een achterlopende indicator. Het betekent vaak dat bedrijven nog in “zombie-modus” zitten: ze bestaan, maar leeg van binnen, brandend op reserves en creativiteit terwijl ze wachten op betere tijden die niet komen.
Voor micro- en kleine ondernemers ligt het gevaar niet in de spectaculaire klap, maar in de langzame verstikking: een bedrijf dat “op papier overleeft” terwijl het de energie, het gezin en de toekomst van de eigenaar uitholt.
De obstakels volgens ondernemers
CBS noemt obstakels alsof ze neutraal zijn:
- Arbeidstekort (31%)
- Onvoldoende vraag (26%)
- Financiële beperkingen (10%)
- Geen obstakels (31%)
Maar laten we eerlijk zijn: voor de kleine ondernemer zijn dit geen percentages, maar concrete dilemma’s:
- Arbeidstekort is niet een getal, maar de leerling die vertrekt naar een corporate met hoger salaris.
- Onvoldoende vraag is geen curve, maar het lege orderboek op maandagochtend.
- Financiële beperkingen zijn niet “10 procent”, maar de bankier die ineens niet meer opneemt.
Wat moeten micro- en kleine ondernemers hieruit leren?
- Laat je niet misleiden door gemiddelden. Een -0,7 procent industriecijfer klinkt klein, maar in gefragmenteerde markten bloeit de een terwijl de ander bloedt. Weet aan welke kant jij staat.
- Binnenlandse fragiliteit is reëel. Reken op schommelingen als je afhankelijk bent van Nederlandse vraag. Export biedt kansen, maar komt met compliance-, kosten- en cultuurbarrières.
- De echte vijand is winsterosie. Groei zonder marge is langzaam zelfmoord. Bewaak je kostenbasis, niet alleen je omzet.
- Overleven is geen succes. Minder faillissementen betekent geen gezondere bedrijven. Bouw reserves vóór de uitputting toeslaat.
- Vertaal obstakels in actie. Als arbeid schaars is, automatiseer of herontwerp processen. Als vraag zwak is, zoek een niche of partners. Klagen betaalt geen rekeningen — aanpassen wel.
Slotgedachte
De Nederlandse maakindustrie in Q2 2025 stort niet in, maar floreert ook niet. Ze dobbert. En dobberen is het gevaarlijkste scenario voor kleine ondernemers: geen crisis (die dwingt tot helderheid), geen boom (die uitnodigt tot uitbreiding), maar stagnatie — de stille moordenaar van ambitie.
Micro- en kleine ondernemers in Nederland moeten de verleiding weerstaan om passief te wachten op betere kwartalen. De les in deze cijfers is scherp maar eenvoudig: in tijden van erosie gaat leiderschap niet om het voorspellen van de storm, maar om het bouwen van het schip dat hem overleeft.
Co-Creator of Xtroverso | Head of Global GRC @ ZENTRIQ™
Paolo Maria Pavan bouwt systemen die regels in balans brengen met vrijheid, helderheid met transformatie. In zijn derde leven schrijft en spreekt hij openlijk over markten, governance en risico, niet als een handelaar die naar prijs jaagt, maar als een lezer van patronen, gedragingen en vervormingen. Een seriële ondernemer gevormd door falen en heruitvinding, ziet hij governance als een levenskracht voor vertrouwen en vooruitgang, en weigert hij de moeilijke gesprekken te vermijden die het echt maken.