Een nulurencontract kan aanvoelen als een eenvoudige hefboom: trek eraan als het werk er is, laat het los als dat niet het geval is. Maar de juridische realiteit is minder elastisch. Op het moment dat flexibiliteit onvoorspelbaar inkomen voor de werknemer of onvoorspelbare verplichtingen voor jou begint te creëren, worden de regels strenger. En wanneer ze strenger worden, voel je het niet eerst in de rechtszalen, maar in de cashflow: onverwachte loonkosten na een geannuleerde shift, administratietijd besteed aan het beantwoorden van formele verzoeken, en ongemakkelijke gesprekken wanneer een “tijdelijke” regeling stilletjes verandert in een verwachting van vaste uren.
Begin met de botte regel die veel kleine bedrijven missen: een nulurencontract kan niet gewoon eindeloos doorgaan. In principe kun je iemand niet langer dan 26 weken op een nulurencontract houden. Er kunnen uitzonderingen zijn, maar alleen wanneer de collectieve arbeidsovereenkomst (“cao”) van jouw sector dit expliciet toestaat en het werk echt incidenteel is, denk aan piekperiodes of ziektevervanging, niet aan een permanente rol vermomd als “bel wanneer nodig.” Als je wekelijkse planning de meeste weken druk lijkt, is het moeilijk te beargumenteren dat de uren “geen vaste reikwijdte” hebben, en daar komt precies het risico naar voren.
Dan is er het keerpunt na een jaar, dat precies op het moment komt dat veel micro-werkgevers eindelijk het gevoel hebben dat ze op iemand kunnen vertrouwen. Na 12 maanden moet je een contract aanbieden voor het gemiddelde aantal uren dat de persoon dat jaar heeft gewerkt. Als de werknemer accepteert, is het geen nul-uren situatie meer, punt. Alleen als ze weigeren en expliciet de voorkeur geven om op oproepbasis te blijven (“oproepcontract”), kun je op die manier doorgaan. Praktisch betekent dit dat je eigen roosterhistorie bewijs wordt. Als je iemand bijna elke week hebt gebeld, kan het aanbod van “gemiddelde uren” groter zijn dan je had verwacht, en zodra het is geaccepteerd, wordt het een stabiele maandelijkse kostenpost.
De timingregels zijn een andere stille kostenpost. Onder de Wet arbeidsmarkt in balans (“WAB,” van kracht sinds 1 januari 2020), hoeft je oproepkracht alleen te komen als je ze minstens vier dagen van tevoren belt. Annuleer binnen vier dagen, en je moet nog steeds de uren betalen die je hebt geannuleerd. Veel eigenaren leren dit op de harde manier: een klant stelt een levering uit, je annuleert een dienst, en je ontdekt dat je net een lege dag hebt gekocht. Dat is geen “bureaucratie”; het is een directe klap voor de marge. De oplossing is niet paniek, het is planningsdiscipline en duidelijkere klantafspraken zodat je eigen schema niet op het laatste moment verandert.
Bovenop komt de door de EU gedreven druk voor “voorspelbare arbeidsomstandigheden” (sinds augustus 2022). In eenvoudige termen: als iemands werktijden onvoorspelbaar zijn, moet je een voorspelbaar patroon creëren. Dat betekent dat je referentiedagen en referentie uren in het contract moet opnemen, specifieke tijdsvensters wanneer de persoon kan worden gebeld. Na zes maanden kan de werknemer ook een schriftelijk verzoek indienen voor meer zekerheid (bijvoorbeeld meer vaste uren), en je moet serieus reageren; als je weigert, heb je een goede reden nodig. Dit is waar de administratieve last toeneemt: de wet verwacht dat je je keuzes documenteert, niet alleen dat je ze maakt.
Houd uiteindelijk de sectorregels in de gaten. De overheid kan nulurencontracten in specifieke sectoren beperken, via het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (“SZW”), mogelijk op verzoek van de Stichting van de Arbeid (een belangrijke arbeidsadviesorganisatie). Sommige sectoren, zoals delen van de gezondheidszorg, proberen al nulurencontracten te minimaliseren via hun cao, zelfs zonder een volledig verbod. En hoewel er voorstellen voor bredere veranderingen voor 2027 bestaan, zijn goedkeuring en startdata niet gegarandeerd. Voor een klein bedrijf is het punt eenvoudiger: baseer je personeelsmodel niet op geruchten, maar op de huidige afdwingbare regels en je daadwerkelijke cao-tekst.
De rustige weg vooruit is niet om "flexibiliteit te vermijden", maar om het zo te ontwerpen dat het je later niet verrast. Houd je contracten afgestemd op hoe het werk zich werkelijk gedraagt; als je iemand de meeste weken nodig hebt, beschouw dat dan als een rol met een basislijn. Bel mensen op tijd, annuleer minder en verscherp de verplichtingen van klanten zodat je planning niet constant herschreven hoeft te worden. En als je afhankelijk bent van oproepkrachten, maak de voorspelbaarheid expliciet, duidelijke belvensters, duidelijke registraties, duidelijke aanbiedingen na een jaar. In een klein bedrijf is vertrouwen valuta. De eenvoudigste nalevingsgewoonten zijn vaak de goedkoopste vorm van verzekering.