Een belastingzaak die niet alleen voor grote fondsen geldt
Je zou kunnen denken dat een Europese belastingzaak tussen iShares en Spanje over bronbelasting op dividenden weinig te maken heeft met jouw mkb-bedrijf in Rotterdam, Haarlem of Amersfoort. Denk nog eens goed na.
Het prejudiciële verzoek in zaak C‑139/25 (iShares Europe ETF tegen Spanje) draait niet alleen om ETF-giganten. Het gaat over hoe het Europese recht eerlijkheid definieert wanneer het ene land belasting inhoudt op beleggingsinkomsten, terwijl het andere geen praktische verlichting biedt. En hoewel de zaak draait om grensoverschrijdende fondsen, kan de onderliggende logica straks van toepassing zijn op elke structuur die buitenlandse inkomsten aanhoudt, ja, ook jouw investment-BV, stichting of holding.
Laat me je uitleggen waarom je dit serieus moet nemen, en wat je mogelijk te wachten staat.
De kern van de zaak: 15% ingehouden, 1% als je lokaal bent
Spanje houdt 15% bronbelasting in op dividenduitkeringen aan niet-ingezeten beleggingsfondsen. Spaanse fondsen zelf? Die betalen slechts 1% vennootschapsbelasting. Dat verschil is relevant. En volgens EU-recht (specifiek artikel 63 van het VWEU over vrij kapitaalverkeer) is discriminatie puur op basis van vestigingsplaats niet toegestaan.
iShares, gevestigd in de VS, stelde dat dit discriminatie is. Spanje antwoordde: niet echt, je had dit kunnen neutraliseren via je eigen belastingsysteem en het bilaterale belastingverdrag tussen Spanje en de VS. Het fonds deed dat echter niet. In plaats daarvan gaf het de belastingkorting door aan zijn investeerders via een Amerikaans ‘pass-through’-systeem.
De vraag is dus: als het fonds er zelf voor kiest om de belasting niet te compenseren, mag Spanje dan alsnog zeggen dat er sprake is van een eerlijk en neutraal systeem?
Daarover moet het Europese Hof zich nu buigen.
Waarom micro en kleine ondernemers in Nederland goed moeten opletten
Je runt misschien geen grensoverschrijdend investeringsfonds, maar je zou wel eens:
- Buitenlandse holdings of investeringsstructuren gebruiken voor spaargeld, pensioenopbouw of joint ventures.
- Te maken hebben met landen die bronbelasting inhouden op dividenden of royalty’s voordat jij ze ontvangt.
- Vertrouwen op belastingverdragen om het op te lossen, ook als dat in de praktijk niet werkt.
- Werken met cliënten of partners die blootstaan aan verborgen fiscale asymmetrieën en compliance-risico’s.
Wat deze zaak blootlegt, is het gat tussen formele fiscale theorie en praktische uitwerking. Dat een land zegt: “je had vrijstelling kunnen aanvragen”, betekent niet dat het administratief of economisch haalbaar is. En dat heeft gevolgen.
Bijvoorbeeld:
- BV’s met buitenlandse aandelen kunnen onverwachte frictie ervaren.
- Trustconstructies of fondsen voor gemene rekening (FGR’s) die op pass-through-belasting rekenen, kunnen onder het vergrootglas komen.
- Dividendstrippingstructuren in pan-Europese portefeuilles zullen nu moeten aantonen dat het voordeel ook echt is gerealiseerd op investeerdersniveau, niet alleen dat het theoretisch mogelijk was.
Deze zaak verlegt de nadruk van verdragstoegang naar bewijs van daadwerkelijk resultaat. En dát is governance.
Wat het Hof kan beslissen, en waar je je op moet voorbereiden
De kernvraag van deze prejudiciële verwijzing is krachtig in zijn eenvoud:
Is het voldoende dat een niet-ingezeten fonds de mogelijkheid heeft om het belastingverschil te neutraliseren, of moet bewezen worden dat die neutralisatie ook daadwerkelijk is doorgevoerd op het niveau van de investeerder?
Als het Hof iShares gelijk geeft, telt vorm boven inhoud niet meer. Zelfs kleine buitenlandse entiteiten die zich op verdragen beroepen, zullen mogelijk moeten:
- Aantonen dat zij fiscaal gelijkwaardig zijn aan lokale entiteiten.
- Bewijzen dat zij daadwerkelijk belastingverlichting hebben benut, niet alleen dat ze er recht op hadden.
- Het bewijs leveren bij het gebruik van pass-through- of uitgestelde belastingstructuren.
En als het Hof Spanje volgt, zullen belastingdiensten in de hele EU waarschijnlijk zwaarder leunen op het argument van “theoretische neutralisatie”, waarmee de bewijslast bij de ondernemer wordt gelegd.
Hoe dan ook, we gaan een striktere nalevingsfase in voor grensoverschrijdende kapitaalopbrengsten, ook voor kleine spelers.
Wat Nederlandse ondernemers nú moeten doen
-
Voer een audit uit op je huidige structuren:
Gebruik je buitenlandse entiteiten met verdragstoegang? Hoe leg je de neutraliteit vast en bewijs je die? -
Beoordeel alle pass-throughmechanismen:
Werk je met FGR’s, CV’s, LP’s of Amerikaanse LLC’s? Ga er niet van uit dat verdragstoegang automatisch bescherming biedt. Je moet mogelijk het effect op investeerdersniveau kunnen aantonen. -
Check of je voldoet aan ZENTRIQ™-standaarden:
Bij XTROVERSO eisen we dat alle internationale fiscale structuren van cliënten niet alleen juridisch, maar ook governance-technisch worden beoordeeld. Economische substantie telt. -
Herbekijk je dividendbelastingplanning :
Ontvang jij of je klanten buitenlandse dividenden? Breng dan niet alleen de bronbelasting in kaart, maar ook het daadwerkelijke resultaat in jouw (of hun) aangifte. -
Bereid je voor op nieuwe rapportageverplichtingen :
Zaken als deze vormen vaak de basis voor nieuwe DAC-regels (denk aan DAC8). Reken op meer gegevensuitwisseling, tracking van uiteindelijk belanghebbenden, en digitale belastingrapportage.
Europa kijkt naar substantie, niet alleen naar structuur
Micro- en kleine ondernemers kunnen zich niet meer verschuilen achter standaard juridische formats. Governance vereist vooruitkijken. En vooruitkijken betekent snappen dat een ‘grote zaak’ als deze zich bij jou kan aandienen als belastingcontrole, dividendfout of afgewezen verdragsclaim.
Bij XTROVERSO doen we niet zomaar aan fiscaliteit. We lezen tussen de regels. En we helpen je voorbereiden op wat komt, niet op wat ooit werkte.
Co-Founder of Xtroverso | Head of Ledger and Tax Compliance
Linda Pavan brengt gedisciplineerde precisie naar Xtroverso en verankert de financiële, fiscale en operationele integriteit ervan. Als ZENTRIQ™ Gecertificeerd Auditor vertaalt zij complexiteit naar helderheid—waarbij elke beslissing traceerbaar, compliant en strategisch doordacht is. Haar stille nauwkeurigheid geeft bedrijven het vertrouwen en de verantwoordelijkheid om met zekerheid te handelen.