Paolo, veel bedrijven verplichten werknemers om vijf dagen per week terug naar kantoor te komen. Wat is jouw mening hierover?
Oh, de verplichte terugkeer naar kantoor—het is alsof bedrijven zich vastklampen aan een overblijfsel uit het verleden, en wanhopig proberen iedereen terug te brengen naar een model dat niet langer past bij de wereld waarin we leven. Werknemers dwingen om vijf dagen per week terug naar kantoor te gaan is niet alleen een logistieke beslissing; het is een machtsmiddel. Het gaat om controle, om het proberen te herstellen van een structuur die, eerlijk gezegd, verouderd is.
Kijk, de wereld is veranderd. De pandemie was niet zomaar een tijdelijke verstoring—het legde de gebreken bloot in het traditionele werkmodel. Het liet zien dat mensen niet fysiek aanwezig hoeven te zijn op kantoor om productief te zijn. Sterker nog, veel mensen waren productiever, meer betrokken en tevredener toen ze op afstand werkten, met de flexibiliteit om werk en privé op een manier te balanceren die bij hen past. Bedrijven die nu eisen dat iedereen terugkeert naar kantoor, negeren deze realiteit en proberen de geest weer terug in de fles te krijgen.
Voor mij voelt deze terugkeer naar kantoor aan als een weigering om te evolueren. Het is gedreven door conventioneel denken—het geloof dat productiviteit alleen kan worden gemeten door fysieke aanwezigheid, door mensen aan hun bureau te zien werken van negen tot vijf. Maar de waarheid is dat dit model zelfs vóór de pandemie al inefficiënt was. Het traditionele kantoormodel was ontworpen voor een ander tijdperk, waarin nabijheid gelijkstond aan controle en controle aan productiviteit. Maar nu weten we dat vrijheid, autonomie en flexibiliteit tot nog betere resultaten kunnen leiden.
Mensen dwingen om terug te keren naar kantoor negeert ook de behoeften en wensen van de moderne arbeidsmarkt, vooral bij generaties Y en Z. Deze generaties willen niet terug naar de oude manier van werken—ze hebben de vrijheid van werken op afstand geproefd, de flexibiliteit om hun eigen schema's in te richten, en ze zijn niet bereid dat op te geven. Voor hen is het kantoor geen symbool van productiviteit; het is een beperking. Het beperkt hun vermogen om te werken wanneer, waar en hoe ze het best presteren.
Dus, wanneer bedrijven aandringen op een volledige terugkeer naar kantoor, vragen ze niet alleen om fysieke aanwezigheid—ze geven een signaal af: "We vertrouwen je niet om productief te zijn tenzij we je kunnen zien." En dat is demotiverend. Het toont een gebrek aan visie, een gebrek aan vertrouwen en een weigering om de toekomst van werk te omarmen, die draait om flexibiliteit, creativiteit en autonomie. De bedrijven die in de toekomst zullen floreren, zijn degenen die hun medewerkers vertrouwen om op hun eigen voorwaarden te werken, niet degenen die hen terug dwingen in een systeem dat controle boven innovatie stelt.
Mijn idee is dit: flexibiliteit is de toekomst. Bedrijven die vasthouden aan vijf dagen per week op kantoor, bereiden zich voor op een uitstroom van talent. De besten en slimsten zullen niet blijven in omgevingen die aanvoelen als kooien. Ze zullen gaan naar plekken waar hun autonomie wordt gewaardeerd, waar resultaten belangrijker zijn dan fysieke aanwezigheid.
Als bedrijven competitief willen blijven, moeten ze opnieuw nadenken over hoe de werkplek eruitziet—niet als een plaats waar mensen zich fysiek bevinden, maar als een ruimte voor creativiteit, samenwerking en innovatie die niet afhankelijk is van aanwezigheid, maar van vertrouwen en resultaten. Ze moeten hybride modellen of volledig remote opties aanbieden en vertrouwen op de verantwoordelijkheid van hun medewerkers.
Kortom, de vijf-dagen-per-week verplichting? Dat is een stap terug. Het is een weigering om de toekomst van werk te omarmen, en de bedrijven die hieraan vasthouden, zullen uiteindelijk verliezen van degenen die de nieuwe realiteit begrijpen: vrijheid is productiviteit. Het kantoor zou een hulpmiddel moeten zijn, geen gevangenis.