Er hangt de laatste tijd een eigenaardig geluid in de Nederlandse economie. Geen crash, geen sirene, maar iets zachters: het geritsel van industriële prijzen die opnieuw een beetje dalen. In juni 2025 lagen de afzetprijzen van de industrie 0,2% lager dan in juni 2024, meldt het CBS. Dat klinkt als een voetnoot. Maar wie met geoefende oren luistert, hoort daarin het soort fluistering dat een storm aankondigt, of een systeem dat zich herkalibreert.
Voor het ongetrainde oog lijkt een daling van 0,2% irrelevant. Gewoon achtergrondruis in een wereld vol schommelingen. Maar patronen spreken niet in krantenkoppen. Ze spreken in bochten, in vertraagde indicatoren, in de traagheid van olie en de kilte van petrochemie. Laten we het verhaal lezen dat niet op de grafieken staat, maar er diep in verborgen zit.
Van Euforie naar Evenwicht: een terugblik van 3 jaar
Om juni 2025 te begrijpen, moeten we terug naar juni 2022. Toen explodeerden de industriële prijzen: +24,9% op jaarbasis. De maanden daarna? Een optocht van dubbele cijfers, aangewakkerd door post-COVID knelpunten in de toeleveringsketen, energiepaniek en grondstoffenspeculatie.
Die roes hield geen stand.
Halverwege 2023 keerde het tij: juni 2023 noteerde een daling van -3,7%. Sindsdien zijn we in een trage afwikkeling van prijsdruk beland, soms zachtjes omhoog, meestal gestaag omlaag. Dit is geen afgrond. Dit is erosie.
En erosie is altijd gevaarlijker dan ze lijkt.
Olie: nog steeds de marionettenspeler
Je kunt industriële prijzen niet bespreken zonder olie te noemen. Brent crude stond in juni meer dan 21% lager dan een jaar eerder. Dat is niet zomaar een marktcijfer, het is een zwaartekrachtveld.
Industriesectoren, vooral aardolieproducten (-15,8%) en chemie (-2,6%), spiegelen olieprijzen zoals een kustlijn de maan weerspiegelt. Als olie daalt, voelt de hele waardeketen het: van synthetische kunststoffen tot transportkosten, van asfalt tot aspirine.
Zelfs sectoren die je misschien niet direct met olie verbindt, zoals auto’s (+2,9%) of metaalproducten (+1,9%), drijven op een getij dat grotendeels wordt gestuurd door het wereldwijde sentiment rond energie.
Met andere woorden: je denkt misschien dat je bedrijf niets met olie te maken heeft. Maar olie heeft alles met jouw bedrijf te maken.
Stabiliteit is niet altijd een goed teken
Laten we even stilstaan bij dat ogenschijnlijk rustige cijfer van -0,2% in juni. Het volgt op -0,6% in mei en -0,9% in april. Kijk nog eens: de dalingen vertragen.
Dat klinkt misschien als goed nieuws, totdat je beseft dat stilstand in prijzen ook een diepere bevriezing kan betekenen. Het ergste aan economische vermoeidheid is niet de klap. Het is het vlakke stuk erna.
En ja, de prijzen in juni lagen 0,4% hoger dan in mei, wat duidt op een minieme maandelijkse opleving. Maar verwarren we beweging niet te snel met momentum? Een opkrabbeling na een daling is vaak geen herstel, maar aarzeling.
Sectoranalyse: waar de kracht zit, en waar niet
De data vertellen ons, per sector, het volgende:
- +3,6% Voedingsmiddelen: veerkrachtig, mogelijk dankzij aanhoudende vraag en normalisatie van de ketens.
- +2,9% Auto’s: aanbod dat eindelijk de post-COVID vraag inhaalt, of tijdelijke prijsmacht vóór de EV-zeepbel?
- +1,9% Metaalproducten: stabiel, maar broos, met wereldwijde onzekerheid over grondstofaanvoer.
- +1,3% Kunststoffen/rubber en machines: nog steeds dansend op het ritme van de olieprijs.
- -0,6% Elektrotechniek: een waarschuwingsvlag in de tech-gekoppelde zone.
- -2,6% Chemie: de vraag is nog niet terug op pre-oorlogsniveau.
- -15,8% Aardolieproducten: de olifant in de kamer krimpt eindelijk.
Dit zijn geen droge cijfers. Dit zijn hartslagen. En sommige worden zwakker.
Wat dit betekent voor ondernemers
Als je dit leest als oprichter, directeur of risicomanager, overweeg dan het volgende:
- Een fragiel evenwicht is geen vrede. Wanneer prijzen niet meer hard dalen, betekent dat niet dat ze gaan stijgen. Het betekent dat het systeem zijn balans zoekt, en jouw strategie ook.
- Kostprijsstabiliteit is geen winstgarantie. Zelfs als je inkoopprijzen stabiliseren, doen klantverwachtingen en koopkracht dat misschien niet.
- Olie blijft de onzichtbare hand. Zelfs in Europa’s meest geavanceerde maakindustrieën zijn we in prijslogica nog steeds olieafhankelijk.
- Diversificatie is niet langer optioneel. Als je waardeketen zwaar leunt op chemie, energie of metalen: plan op volatiliteit, niet op herstel.
Slotgedachte: wat de spiegel laat zien
De industriële afzetprijzen in Nederland storten niet in. Maar ze stijgen ook niet. Ze reflecteren iets diepers dan inflatie of recessie: ze tonen vermoeidheid, verzadiging en onzekerheid.
Markten zijn als mensen. Na een crisis veren we niet terug. We hinken, we pauzeren, we heronderhandelen met de realiteit.
Wat we in de junicijfers zien is geen herstel. Het is de economie die ademhaalt voor de volgende zin. En die zin zal afhangen van beslissingen die nú genomen worden, door ondernemers, beleidsmakers, en zij die durven luisteren naar het gefluister, niet alleen de krantenkoppen.
Hou je oren aan de grond, en je ogen op de trendlijnen.
Helderheid is niet zomaar een deugd. Het is een vorm van macht.
Co-Creator of Xtroverso | Head of Global GRC @ Zentriq
Paolo Maria Pavan is de structurele geest achter Xtroverso, waarbij hij compliance-kennis mengt met ondernemerschap. Hij observeert markten niet als een handelaar, maar als een lezer van patronen, die gedragingen, risico's en vervormingen volgt om ethische transformatie te begeleiden. Zijn werk daagt conventies uit en herdefinieert governance als een kracht voor helderheid, vertrouwen en evolutie.