In juli 2025 werden in Nederland 299 bedrijven failliet verklaard. Dat zijn er 109 minder dan in dezelfde maand van 2024, een daling van 27%, en 4% minder dan in juni. Op het eerste gezicht zijn dit cijfers die de krantenkoppen halen en de indruk wekken dat er herstel is.
Maar de werkelijkheid? Percentages zonder context zijn als weersberichten zonder seizoenen. Een zonnige dag in juli zegt weinig over de komende winter.
Als je uitzoomt, verandert het beeld
Van januari tot en met juli 2025 gingen 1.703 bedrijven en instellingen failliet. Een jaar eerder waren dat er 1.874. Beter? Ja. Een doorbraak? Nee.
Want faillissementen zijn slechts het zichtbare topje van de ijsberg. De meeste bedrijven verdwijnen niet via een formele insolventieprocedure, maar sluiten stilletjes hun boeken en worden uit het register gehaald.
Alleen al in het tweede kwartaal van dit jaar stopten 38.915 bedrijven met hun activiteiten. Zet dat af tegen de 52.050 nieuwe inschrijvingen in hetzelfde kwartaal en je denkt misschien: netto positief, goed nieuws. Maar hier schuilt de valkuil: over wat voor bedrijven hebben we het eigenlijk?
De aard van wat er opent… en sluit
Het overgrote deel van de nieuwe inschrijvingen betreft eenmanszaken of eenpersoons-BV’s. In Nederlandse termen: de wereld van de ZZP’ers. Vaak hoogopgeleide, zelfstandige professionals die waarde toevoegen, maar niet per se werknemers in dienst nemen.
Aan de andere kant zijn de sluitingen ook grotendeels eenmanszaken. Wat betekent dat:
- De “nettogroei” in het aantal bedrijven is reëel, maar staat niet gelijk aan banengroei.
- Veel van deze nieuwe bedrijven openen snel en sluiten net zo snel; ze zijn wendbaar, maar ook kwetsbaar.
En een opvallend signaal: in het eerste kwartaal van 2025 nam het aantal actieve ZZP’ers met 28.000 af ten opzichte van Q1 2024, de eerste daling in jaren. Dat wijst erop dat mensen de stap terugzetten naar vaste contracten of andere vormen van werk.
Het faillissementspercentage: een betere graadmeter
Het faillissementspercentage, het aantal faillissementen per 100.000 bedrijven, geeft een eerlijker beeld dan absolute aantallen:
- Juli 2025: 8,1
- Juli 2024: 11,3
We zitten lager dan vorig jaar en ver onder de pieken van 2015, maar nog steeds ver verwijderd van het recordlaagte van 3,4 in augustus 2021, toen coronasteun veel bedrijven overeind hield.
En niet alle sectoren profiteren van het goede nieuws: de horeca heeft nog altijd het hoogste relatieve aantal faillissementen, 35,1 per 100.000 bedrijven. Dat is een daling ten opzichte van 58,1 vorig jaar, maar nog steeds ruim boven het landelijk gemiddelde.
Tabel: De dynamiek achter de koppen (jan–jun 2025)
Maatstaf | Aantal | Betekenis |
---|---|---|
Nieuwe inschrijvingen | 102,005 | Voornamelijk eenmanszaken, hoge wendbaarheid, lage banengroei |
Stopzettingen (alleen Q2) | 38,915 | Vooral kleinschalige beëindigingen, minder impact op banen dan op statistieken |
Faillissementen (jan–jul) Bankruptcies (Jan–Jul) | 1,703 | Zichtbare mislukkingen, maar slechts een fractie van het totaal aantal sluitingen |
Netto verandering bedrijvenbestand | Positief | Meer startende dan stoppende bedrijven, maar structurele kwaliteit is ongelijk |
ZZP jaar-op-jaar (Q1) | –28,000 | Eerste daling in jaren, signaal van marktverschuivingen |
Waarom dit ertoe doet voor besluitvormers
Het Nederlandse ondernemerslandschap is levendig, zeker, maar levendigheid is niet hetzelfde als stabiliteit. Als de groei vooral zit in solo-ondernemingen, bouwen we niet per se aan een economie die arbeid kan opnemen, innovatie kan opschalen of schokken kan opvangen.
Voor beleidsmakers: tel niet alleen bedrijven, maar tel bedrijven met capaciteit. Voor ondernemers: groei in het aantal vakgenoten betekent niet automatisch meer kansen, maar wel meer concurrentie om aandacht en klanten.
En voor iedereen: onthoud dat koppen voor het moment zijn, maar strategie voor de cyclus. Cijfers moeten gelezen worden, niet alleen voor wat ze zijn, maar voor wat ze betekenen wanneer de seizoenen veranderen.
Co-Creator of Xtroverso | Head of Global GRC @ ZENTRIQ™
Paolo Maria Pavan bouwt systemen die regels in balans brengen met vrijheid, helderheid met transformatie. In zijn derde leven schrijft en spreekt hij openlijk over markten, governance en risico, niet als een handelaar die naar prijs jaagt, maar als een lezer van patronen, gedragingen en vervormingen. Een seriële ondernemer gevormd door falen en heruitvinding, ziet hij governance als een levenskracht voor vertrouwen en vooruitgang, en weigert hij de moeilijke gesprekken te vermijden die het echt maken.