Overslaan naar inhoud

Een Kleine Loonstijging Die Toch de Kassa Raakt

Het minimumloon verandert opnieuw op 1 januari 2026 en voor kleine werkgevers ligt het echte werk in de neveneffecten
27 december 2025 in
Een Kleine Loonstijging Die Toch de Kassa Raakt
Laura De Troia


Wanneer lonen veranderen, voelt jouw bedrijf dat op heel gewone plekken: de wekelijkse cashflow, de timing van facturen, de prijs die je durft te bieden, en het stille vertrouwen binnen je team dat “de betaaldag goed zal zijn.” Daarom verdient zelfs een bescheiden wettelijke wijziging een rustige blik, voordat het in de eerste week van januari in een administratieve chaos verandert.

Hier is de kop: vanaf 1 januari 2026, stijgt het Nederlandse wettelijke minimumuurloon (minimumuurloon) voor werknemers van 21 jaar en ouder van €14,40 naar €14,71 bruto per uur, een stijging van2,15%. De overheid publiceert ook de jeugdminimumuurlonen voor de leeftijden 15–20, bijvoorbeeld,€11,77 op 20-jarige leeftijd en €8,83 op 19-jarige leeftijd. Sinds 2024 is het minimumloon vastgesteld als een uurbedrag (niet een vast maandelijks bedrag), wat belangrijk is wanneer de uren van maand tot maand variëren. 

Voor veel micro-werkgevers is de eerste gedachte: “Alleen mijn jongste medewerkers zitten op het minimum.” Maar loonwijzigingen blijven zelden netjes onderaan. Als één rol stijgt, voelt de rol net erboven zich plotseling “te dichtbij,” en krijg je druk op je hele loonladder, vooral in sectoren waar de beloning wordt geleid door een cao (collectieve arbeidsovereenkomst). Het minimumloon is de wettelijke ondergrens; jouw cao-ondergrens kan hoger zijn, en sommige overeenkomsten koppelen verhogingen aan data zoals 1 januari. Zelfs als je niet hoeft om andere lonen te verhogen, kun je besluiten dat je het nodig hebt om eerlijkheid, behoud en momentum te behouden.

Dan is er het deel dat kleine bedrijven onderschatten: de kosten zijn niet alleen het uurtarief. Vakantiegeld, betaalde verlof, verplichtingen voor ziekteverlof, pensioenregelingen en salarisadministratie komen daar nog bovenop. Een klein café met twee weekendwerkers tegen jeugdtarieven gaat niet failliet door de aanpassing in januari, maar het kan de druk voelen als de prijzen bevroren blijven, de kosten voor leveranciers al zijn gestegen en facturen later worden betaald dan beloofd. Dit is waar risico zich aandient: niet als één grote schok, maar als veel kleine tekorten die stilletjes je buffer opeten.

Dus beschouw dit als een korte, praktische reset. Controleer voor de salarisadministratie in januari wie dicht bij het wettelijke minimum per leeftijd zit, en of er loonstructuren in je cao geüpdatet moeten worden om te voorkomen dat je onder de nieuwe ondergrens zakt. Als je uren verkoopt, herzie je uurtarieven en de formulering in offertes en servicecontracten, vooral rond indexatie, overuren en wat er gebeurt als de scope groeit. Als je projecten verkoopt, verscherp je de facturering van mijlpalen zodat het geld dichter bij het werk binnenkomt, niet weken later. En als je afhankelijk bent van laat betalende klanten, is dit je herinnering om strenger te zijn met betalingsvoorwaarden: loonkosten wachten niet op “einde van de maand.”

Geen van dit is een reden voor drama. Een minimumloonstap van 2,15% is geen crisis; het is een voorspelbaar ritme in het Nederlandse arbeidsbeleid, dat elke januari en juli wordt bijgewerkt. De kalme aanpak is om het op een doordachte manier te absorberen: pas een paar prijzen aan met een vaste hand, verkort de kloof tussen werk en facturering, en houd de loonadministratie schoon en correct. In een klein bedrijf ziet veerkracht er zo uit, niet met grote strategieën, maar met kleine, goed getimede correcties die het vertrouwen aan beide zijden van de loonstrook intact houden.

Een Kleine Loonstijging Die Toch de Kassa Raakt
Laura De Troia 27 december 2025
Deel deze post
Ondernemerschap en werkgelegenheid: aanpassingen voor zelfstandige professionals, werkgevers en werknemers
Minder fiscale voordelen voor zelfstandigen, meer gerichte ondersteuning voor een vroegere uitstap uit fysiek zware werkzaamheden, en strengere grenzen voor belastingvrije vergoedingen