Paolo, na het faillissement van Noostech was er een golf van negatieve pers en online commentaren die voor onbepaalde tijd toegankelijk blijven. Hoe ga je daarmee om?
Ah, de storm van negatieve pers en online commentaren—ja, dat is een van de moeilijkste aspecten van een publieke mislukking. En het klopt: zodra iets online staat, lijkt het in digitale steen gegrift. Die commentaren, die artikelen, die kritieken—ze verdwijnen niet zomaar. Ze blijven, en op een bepaalde manier kunnen ze aanvoelen als een permanente schaduw die over alles hangt wat je daarna probeert op te bouwen. Maar hier is het punt: je kunt het niet laten bepalen wie je bent.
In het begin, toen al die negativiteit binnenstroomde na het faillissement van Noostech, voelde het verstikkend. Je stopt je hart, je ziel en je visie in iets, en dan word je ineens het doelwit van kritiek—niet alleen vanwege de zakelijke mislukking, maar vaak ook vanwege persoonlijke aanvallen. Het gaat niet alleen om het bedrijf dat ten onder gaat; het gaat om het publiekelijk bestempeld worden als een mislukking, alsof één gebeurtenis je volledige waarde bepaalt. Dat is een bittere pil om te slikken.
Maar wat ik heb geleerd over hoe je ermee om moet gaan, is dat je je perspectief moet verschuiven. De eerste stap is inzien dat die negativiteit je niet definieert—het weerspiegelt een moment, niet de persoon. Mensen houden ervan om iemand naar beneden te trappen als ze vallen, omdat het makkelijk is, en laten we eerlijk zijn, het is de menselijke natuur. Er zit een soort van verwrongen voldoening in voor mensen om te zien hoe iemand die hoog mikt, neerstort. Maar zodra je beseft dat die commentaren, die koppen, vluchtige oordelen zijn, verliezen ze hun macht over je.
Ik moest me ook loskoppelen van al dat lawaai. Dat betekent niet doen alsof het er niet is—het is er, en ik ben me er volledig van bewust. Maar de sleutel was om te leren het niet te internaliseren. Die commentaren kennen het echte verhaal niet, de echte inspanningen, de obstakels. Ze zijn momentopnames van buitenaf, en ik moest mezelf er constant aan herinneren: ik ken mijn waarheid. Ik weet wat Noostech probeerde te bereiken, en ik weet dat falen deel uitmaakt van het spel als je de grenzen opzoekt. De meeste mensen achter hun toetsenbord die kritiek leveren, hebben nog nooit iets van de grond af opgebouwd. Ze hebben nooit iets gewaagd. Ze hebben nooit gefaald, omdat ze nooit geprobeerd hebben. Dat onderscheid is belangrijk.
Wat me ook hielp, was het eigenaarschap nemen over het verhaal. Hoe meer je probeert weg te lopen van of te verbergen voor je mislukking, hoe meer macht je geeft aan die negatieve stemmen. In plaats daarvan omarmde ik het. Ik praat openlijk over het falen van Noostech omdat het deel uitmaakt van mijn verhaal. Het heeft me gevormd, en ik schaam me er niet voor. Sterker nog, ik ben trots op de risico's die ik heb genomen. Mensen kunnen zeggen wat ze willen, maar ik heb het geleefd. Ik heb ervan geleerd. Ik ben gegroeid door dat falen. Als je je mislukking bezit, neem je de macht terug. Je neemt de controle over het verhaal, in plaats van het verhaal de controle over jou te laten nemen.
En dan is er nog het lange spel. De negatieve pers blijft misschien voor altijd online staan, maar dat geldt ook voor wat daarna komt. Ik ben nog niet klaar. Mijn verhaal eindigde niet met Noostech. Ik blijf bouwen, blijf creëren, en de erfenis van mijn werk zal uiteindelijk luider spreken dan die momenten van falen ooit zullen doen. De beste manier om met die storm van negativiteit om te gaan, is door hem te overleven. Mensen vergeten, ze gaan verder. Maar jij? Jij moet toegewijd blijven aan je eigen pad en blijven opduiken.
De realiteit is dat we in een wereld leven waarin alles wordt gedocumenteerd, en publieke mislukkingen worden uitvergroot. Maar wat ik heb geleerd is dit: de storm gaat altijd voorbij. Wat blijft hangen, wat je toekomst vormt, is hoe je ervoor kiest om te reageren. Voor mij gaat het er niet om weg te rennen van de negatieve pers—het gaat erom het te gebruiken als brandstof. Het gaat erom naar al dat lawaai te kijken en te zeggen: "Je kunt zoveel kritiek leveren als je wilt, maar ik ben er nog, en ik blijf creëren." Want aan het eind van de dag is veerkracht sterker dan reputatie. Wat telt, is hoe je opstaat na de val, niet wat mensen erover zeggen terwijl je beneden ligt.
Dus hoe ga ik ermee om? Ik laat de behoefte los om door iedereen leuk gevonden of gevalideerd te worden. Ik omarm de realiteit dat falen, vooral publiek falen, deel uitmaakt van de reis als je echt grenzen verlegt. En ik blijf me focussen op het enige dat telt: wat komt hierna.